De bevalling van een eerste kindje duurt gemiddeld tussen de 12 en 16 uur. Maar eigenlijk is er weinig over te voorspellen. Het kan bij jou ook veel korter of langer duren. Hoewel de duur misschien anders is, verlopen wel alle vrouwen dezelfde fases tijdens de bevalling. Deze zal een ieder op haar eigen manier ervaren.
Het begin van de bevalling
Wanneer je veel romcoms kijkt (oh heerlijk), ben je misschien in de overtuiging dat iedere bevalling start met een enorme golf vruchtwater wat ineens uit je onderbroek loopt.
In werkelijkheid start minder dan 10% van de bevallingen met verlies van vruchtwater en meestal niet zoveel tegelijk. In de meeste gevallen begint de bevalling met weeën die elkaar langzaam opvolgen. Bij de eerste wee denk je ‘zal dit het zijn?’ en na een aantal weeën bouwt de intensiteit wat op en volgen de weeën sneller achter elkaar.
Een wee is het samentrekken en weer ontspannen van de baarmoeder. Een wee kun je vergelijken met een golfbeweging. Hij begint zacht, bereikt een hoogtepunt en neemt weer af. Meestal volgt er dan een pauze voordat de volgende wee opkomt.
We kunnen verschillende weeën onderscheiden: Voorweeën, Ontsluitingsweeën, persweeën en naweeën. Voorweeën kun je zien als een soort ‘oefening’ van het lichaam en starten dagen of zelfs weken voor de bevalling.
Ontsluitingsweeën
Het eerste deel van de bevalling wordt de ontsluitingsfase genoemd. De voorweeën gaan over in ontsluitingsweeën. Deze weeën zorgen voor het ruimer worden van de baarmoedermond zodat het hoofd van de baby het geboortekanaal kan passeren. In deze fase volgen de weeën elkaar steeds sneller op en worden ze intenser en krachtiger. Een wee kan wel 60 tot 90 seconden aanhouden en zijn vaak weg te ademen.
In deze fase kan misselijkheid optreden. Zorg er daarom voor dat je een teiltje in de buurt hebt staan. Overgeven is in deze fase niet uitzonderlijk. Zorg er daarom voor dat je bij de eerste weeën niet te zwaar meer eet maar eet liever kleine beetjes. Blijf wel steeds water drinken. Je droogt snel uit met overgeven.
Persweeën
De persweeën zijn er om de moeder te helpen het kindje uit te drijven. Je ervaart een sterke drang om te persen. In Nederland zal de verloskundige of gynaecoloog steeds testen hoever de ontsluiting gevorderd is. Bij 10 cm mag er geperst worden. Tot die tijd zal je de weeën moeten opvangen met ademhaling.
Naweeën
Na de geboorte van de baby is het nog niet klaar. De placenta en de vliezen moeten het lichaam ook nog verlaten. Soms moet de verloskundige hier mee helpen.
Na de geboorte van de placenta trekt de baarmoeder samen. Zo worden de bloedvaten op de plek waar de placenta zat dichtgeknepen om het bloedverlies te stoppen. Dit veroorzaakt de naweeën